donderdag 27 december 2012

Ons kleine grote wondertje


Ons kleine grote wondertje
Het is 24 december en ondanks dat het de afgelopen 20 weken van een leien dakje is gegaan met het kleine wezentje in mijn buik en met mij, ben ik zenuwachtig.
Dit is dé echo waar manlief en ik op hebben zitten wachten. Na vandaag wordt alles anders. Het voelt goed, maar toch kan ik de onzekerheid niet onderdrukken.

Mijn blaas wordt de laatste tijd als springkussen gebruikt en ik kan het net redden van Assen naar Oosterwolde. Wanneer we aankomen bij het juiste adres ben ik even bang dat we verkeerd zitten. In mijn gedachten had ik een soort centrum verwacht. Het blijkt een woonhuis te zijn met gelukkig een zeer kleine wachtkamer. Twee stoelen en een wc om precies te zijn. O, en een senseo die ik vandaag met liefde oversla.

Ik besluit nog maar eens mijn trampoline te legen en net als ik weer wil gaan zitten in de stoel, doet ze open. Een aardige spontane vrouw begroet mij en manlief en neemt ons mee naar binnen. Het ruikt naar wierook en geeft me een vertrouwd gevoel. Na wat kleine vragen mag ik op de tafel gaan liggen. Buik bloot, koude gel er op en er wordt nog even snel uitgelegd hoe we moeten kijken.

Ze pakt de echokop en het eerste wat we zien is een ruggengraat. Compleet, met huid en alle wervels zijn te tellen. En meteen zijn mijn onzekerheden verdwenen. Dit begint goed, blijft goed en eindigt goed. Het kan gewoon niet anders.
De echoscopiste gaat verder met haar onderzoek. Ons beebje wil niet echt meewerken en heeft duidelijk mijn ADHD knopje meegekregen. Net als we de vingertjes willen tellen, besluit het even te zwaaien en zich dan te verstoppen.
Uiteindelijk is er na ruim een half uur alles geteld, opgemeten en weten we dat beebje 327 gram weegt. Perfect. Alles volgens de curves en totaal geen afwijkingen.

Als we het medische gedeelte achter de rug hebben, pakt ze een andere echokop en gaat nog even 3d foto’s maken. Ze vraagt ons of we het geslacht willen weten. Wij knikken verwachtingsvol. Ze gaat op zoek. Beebje is erg goed in het verstoppen en ligt onder mijn navel als we willen weten wat het is. Even geduld dus en we krijgen bijna de slappe lach.
En dan is het zichtbaar. Ze  legt het ons uit en ik…… ik heb tranen in mijn ogen, die ik nog goed weet weg te stoppen. Ik draai mijn hoofd op zij en zie dan het trotse en ontroerde gezicht van manlief.  Ook bij hem zitten zijn tranen hoog. Hij is trots op het wonder in mijn buik en hoe het groeit en zich ontwikkeld.

We krijgen de foto’s mee en manlief krijgt zijn wonder in een sleutelhanger die hij met trots aan zijn autosleutel hangt. Zo heeft hij het altijd bij zich.

Met een grote grijns (en weer een lege blaas na dat leuke kleine kamertje) verlaten wij op een grote wolk oosterwolde. Thuis zitten we nog een uur lang naar de foto te kijken, te grijnzen, hebben we waterige ogen en houden we elkaar stevig vast.  Wat een wonder en wat is dit een prachtig cadeau.
De hele achtbaan van de afgelopen tijd van al het verdriet, zorgen en geluk door elkaar heen is het waard geweest, want hier doen we het voor.

We bespreken al snel welke naam we in gedachten hebben en manlief en ik zouden manlief en ik niet zijn als we het hier al over eens zijn. We hadden dezelfde naam in gedachten, zonder dat we het van elkaar wisten.


zaterdag 10 november 2012

De jacht

Vandaag besloot ik geheel vrijwillig eens met Bruno een langere weekendwandeling te maken dan normaal. Gewoonlijk wandel ik in de buurt mijn middagrondje op de zaterdag, want ervaring heeft mij geleerd dat het op zaterdag en zondag behoorlijk druk is op de plekken waar ik met hem wil wandelen.

Vandaag stopte de auto bij de golfbaan. Daar heb ik de afgelopen week bijna elke middag met hem gelopen, dus wellicht dat daar mijn golfarm ook vandaan komt. Dit geheel terzijde, want het voegt niets toe aan mijn verhaal.
Ik parkeer de auto wat meters verder dan gewoonlijk, want ik was afgeleid door twee mannen met geweren langs de weg. Zo'n  eerste aanblik van de jagers jaagt mij spontaan schrik aan en dat duurt meestal luttele seconden voor ik weer terug ben op aarde.
Ik ben gelukkig niet nieuwsgierig, dus ik heb ook totaal niet gelet op of er ook jachthonden waren. Deze sprongen spontaan in mijn blikveld op en ik constateerde een Duitse Staande Draadhaar (reu, want hij was groot, heel groot) en een heidewachtel kruising, ook heel groot. Ach, dan maakt mijn hart een klein sprongetje daar ik een zwak heb voor jachthonden.

Ik wandel rustig mijn ronde, Bruno doet wat hij moet doen zonder al te veel op mij te letten en we strompelen door de modderige paden die zijn kapotgereden door de trekkers weer terug naar de auto. Even een kleine pitstop, want op zaterdag zijn er altijd van die nozems die de auto achter die van mij neer moeten zetten en denken dezelfde route te moeten lopen. Maar afijn, ik weer terug naar de auto, donder de hond op de achterbank, blaf naar hem dat hij moet gaan zitten (anders begrijpt hij het niet en blijft hij staan) en rij richting huis.

En daar zijn de jagers. De frustratie van het niets gevangen hebben is duidelijk te zien op de gezichten. De Duitse Staande blijft mooi zitten in het akkerland als de jagers even overleg plegen, maar de kruising Heidewachtel doet wat een Heidewachtel altijd doet, hij volgt zijn eigen weg. En dan komt tot mijn grote schrik de ware aard naar boven van de ene jager. Hij slaat zijn hond met de riem alsof het een zweep is! Kokend van woede kijk ik de man aan, maar ik riskeer niets. Ik ben een vrouw en bovendien zwanger, dus iemand met een geweer aanspreken op zijn gedrag laat ik maar even afweten nu.
De hond weet niet hoe diep hij moet wegkruipen. Als de grond onder zijn lijf zou wegzakken, zou hij zich vrijwillig laten meezakken. Wat een oneerbiedig handelen naar je hond.
Ik weet uit eigen ervaring dat jachthonden hard zijn, Bruno bijt hele bramentakken met reusachtige stekels door alsof het kleine twijgjes zijn, geeft niets om kattenkrabben op zijn neus, een correctie komt nauwelijks aan. Maar dit, dat een jachthond dit gedrag laat zien, dat past niet bij het fiere uiterlijk van de Heidewachtel.
Ook al zijn ze soms in staat je bloed te laten koken door hun eigenzinnige gedrag, dan nog. Het is een hond, het is zijn karakter en je houdt er van of je houdt er niet van. Maar je hond met de riem slaan en de riem dan gebruiken als een zweep.....dat gaat mij echt te ver.
Deze jagers hebben voor mij afgedaan. Hier kan ik geen respect voor opbrengen. Sowieso niet voor de jacht, maar dat is een ander verhaal.

donderdag 1 november 2012

De dingen groeien met de week

Zwanger en dat al 13 weken. Helemaal geweldig zou je denken. En ja, dat is ook zo. Ik voel me goed en naast sommige verdrietige beslissingen geniet ik er volop van. Zeker nu ik uit de eerste 12 weken ben en het de hele wereld kan vertellen.  Ik kijk naar kinderkleertjes, verdiep me in de diverse kinderwagens, bedjes, lakentjes en wat je denkt nodig te hebben. Al snel kom ik tot de conclusie dat dit meer is, dan wat je daadwerkelijk nodig hebt.  En dan lach ik maar weer eens om mezelf.

Het enige waar ik niet om kon lachen was het toenemen van mijn gewicht. Jarenlang is het een gevecht geweest en de laatste twee jaar was ik stabiel. Ik was definitief van mijn 15 kilo overgewicht af en ik begon me eindelijk weer vrouwelijk te voelen. Al vrij in het begin van deze zwangerschap begon mijn buik wat te groeien en ik ging naar maat 38. Nog niet zo veel aan de hand, maar het knaagde wel. Ik at enkel 2 boterhammen per dag meer en het ging nu al zo hard. Mijn god, waar eindigt het? Ben ik dan straks weer zo veel zwaarder? Krijg ik het er nog af?

Tot de kritieke grens van 12 weken zat het me met regelmaat dwars. Ik kon amper in spijkerbroeken, droeg losse truien en shirts om de boel te verbloemen en mijn jurkjes hingen te verstoffen in de kast. Ik voelde me alles behalve vrouwelijk. Enkel mijn borsten die ook in volume toenamen, maakten dat ik me zo heel af en toe nog wel eens sexy voelde. In mijn blote kont in de badkuip voor de spiegel. Maar och, als er dan weer zo’n gewaad over heen ging…… weg sexy gevoel. Ik kon wel op kamperen gaan.
Ach en dan hoor ik manlief, schat het hoort er bij. Het maakt niet uit, je bent mooi. Ik vind je mooi. Ja, dat zal wel…. Maar ik voel me niet mooi. Het frustreert me. En dan straks in van die tenten rondlopen en hopen dat na de bevalling die kilo’s er nog een beetje af willen.

Deze frustraties heb ik van de week nog maar eens heel helder uitgesproken, want verdomme wat voelde ik me belabberd. Tot gisteren. Ik trok een zwangerschapslegging aan en jezus wat zitten die dingen lekker. Ik deed er een mooi jurkje op, laarzen er bij aan en een vestje en ik was trots. Zwanger met een buikje wat niet meer te verbergen is, maar wel godvergeten sexy. Ja, het kan. Een buik en sexy zijn. Gelukkig. Ik kan dus nog gewoon vrouw zijn en me vertonen over straat.
Sinds gisteren is mijn schaamte verdwenen, draag ik met trots een skinny zwangerschapsjeans en ben ik trots op mijn buikje. Ik ben zwanger, ik ben vrouw en ik ben sexy. Zo, weg drempel, hallo nieuwe wereld!

dinsdag 24 juli 2012

Koel ecosysteem

Ze woonden er al jaren. Dolgelukkig, tevreden met alles wat ze hadden en ze voelden zich op hun gemak. Het was een prachtige omgeving, niet te veel licht, koel en een relatief droog klimaat. Perfect voor hun, want zonlicht konden ze maar moeilijk verdragen. Hun huid werd er schilferig van en te lang in de zon zou ze fataal worden.
Het eten was net voldoende voor ze aanwezig. Het was niet veel, maar genoeg om te kunnen overleven. Al moesten ze er vaak uren voor wandelen. Strooptochten in het donker, door smalle spelonken en in grotten. Overal werd er gekeken, plasjes water werden leeggevist. Soms zoet water, soms zout water. Het lag er maar net aan waar ze waren.

Totdat de grootste van het stel bedacht dat dit anders moest. Er moest toch een mogelijkheid zijn dat ze zelf hun eigen eten gingen verbouwen? Hij zocht,  overpeinsde, piekerde en kwam zowaar met een oplossing.
Snel rende hij naar de anderen. Hij had een hele mooie lange spelonk gevonden, niet te diep, maar vochtig en donker en daar konden ze hun eten gaan verbouwen. Het was ideaal, er kwam niemand en het bleef er lang goed.

Zo gezegd, zo gedaan. De eerste zaden werden geplant en nu was het afwachten. En jawel, na twee maanden was daar het voedsel. In overvloed. Nog nooit hadden ze hun buiken zo vol gegeten. En met al dat eten, werden ze steeds dikker en groter, totdat ze op een gegeven moment niet meer in hun huis pasten en op zoek moesten naar een andere woonplaats. En daar zat nou net het probleem. Die was er niet.
Ze sliepen nu in de open lucht, zichtbaar voor de vijanden. En het duurde dan ook maar een paar weken, totdat de vijand ze gevonden had.
Met grof geweld kwam ze door de woonomgeving. Met een giftig goedje en een groot laken. Alles werd verwoest. Alle gebouwen, al het eten, de voorraden en zelfs van hun bleef er niets meer over. Alles verdween in het laken met gif en werd ondergedompeld in een groot bad.


Ik heb vandaag mijn koelkast schoongemaakt en ben de rubbers niet vergeten. Daar zat toch een voorraad.

zaterdag 7 juli 2012

Yoga (uit de oude doos)




Elke donderdagavond is het bij mij yoga-avond. Anderhalf uur lang mijzelf in onmogelijke poses wurmen en dat ter ontspanning. En als je nu denkt dat het heel zweverig is, absoluut niet. Het is inspannend en vermoeiend. Maar goed, ik dwaal af....
Een keer voordat ik naar de yoga toeging, hadden mijn partner en ik een gezellig moment met ons tweetjes. Mijn partner knalt er nog even uit, voordat ik naar de yoga toe ga, dat we aan preyogale ontspanning hebben gedaan. Een bezigheid die vaak tussen twee mensen plaatsvindt en meestal achter gesloten deuren met de gordijnen dicht.

Deze uitspraak zorgde de week daarna voor veel hilariteit tussen mij en Iris. Ik had haar een mailtje gestuurd met de uitleg van de preyogale ontspanning en een hilarische middag met veel tena-momenten was geboren.

Wij gingen van biggetjesroze wol, naar krulstaartjes die kwispelen en eindigden de middag met het grote zwarte ding uit Meppel, wat met roze beveerde handboeien lag vastgebonden en waar je ZIT ZIT ZIT tegen roept. Tot slot kwam er nog een conclusie dat ik nu niet meer op een normale manier naar de yoga toe kon. Ik zou daar wel het een en ander te verklaren hebben wanneer ik daar een tena-moment zou hebben. En "binnenpretje" is dan niet genoeg.


In de yoga-groep zitten over het algemeen vrouwen. Lieve vrouwen, oudere vrouwen, jonge vrouwen en MANNEN. Een van hen heet Jan Doedel.

Jan Doedel heeft bij mij een waar tena-moment gecreeerd. We deden een oefening waarbij alleen je buikspieren bewegen. Vraagt de yoga-lerares op een gegeven moment of het allemaal lukt en of we het kunnen laten bewegen. Zegt Jan Doedel tegen haar: "ja er beweegt wel wat." Nou, ik had het niet meer. Ik zag gelijk het beeld voor me van het grote zwarte ding wat ik tot kalmeren bedaar en vast bind met handboeien.

Je begrijpt dat ik vanaf dat moment geen normale yoga-avond meer heb gehad en steeds als ik Jan Doedel zie, lig ik toch weer helemaal in een deuk.

Ik heb de yoga nu ook opgezegd, ik kan niet meer serieus meedoen. Jan Doedel ligt bijna elke les naast me en ik hoef maar te kijken en de les is alweer verpest. Wel heb ik nu enorm goed ontwikkelde lachspieren.



dinsdag 3 juli 2012

Mooi einzelgängster



Als kattenverzorgster vervulde zij haar leven. Van jongs af aan koesterde zij een diepe liefde voor deze harige, kleine en lieve viervoeters. Het eigenzinnige karakter van de katten paste prima in haar denkwijze over het leven. Geen vooropgestelde regels waar je je aan moest houden. Nee, ongelimiteerd genieten van de vrijheid. Dat was haar motto.


Aan het huishouden hechtte ze geen waarde,  dat stond onderaan het lijstje van dingen die gedaan moesten worden. Dat de katten verhaarden vond ze niet erg, ze spaarde de haren op. Van die haren spon ze garen wat ze gebruikte voor haar andere liefde: breien.
Haar gehele garderobe bestond uit eigen gebreide truien, vesten, jurken, omslagdoeken. Zelfs de handdoeken waren van wol. Het was warm, werd niet snel vies en de kattenharen vielen niet op. Allemaal voordelen die haar veel tijd uitspaarden met wassen, want een wasmachine had ze niet.
Voor haar huisje langs liep een kleine beek waar ze zich ’s ochtends in waste en waar ze bij hoge uitzondering een stofdoek uitspoelde.  Naast het bij elkaar vegen van haar te maken garen, deed ze niets in huis.

De mensen uit het dorp vonden haar maar een rare verschijning. Met haar gebreide gewaden, haar vette piekerige haar en haar half vervallen gebit. Vaak werd ze uitgelachen, scholden kinderen haar uit en als ze pech had werd er van alles naar haar toe gegooid. Nee, ze kwam er liever niet, maar voor haar boodschappen moest ze wel. Vanaf haar huisje was het een kleine 2 kilometer lopen naar het dorp, dwars door de bossen heen. Tijdens deze wandelingen bereidde ze zich al voor op haar aankomst. Wat stond haar nu weer te wachten? Kwam ze ongedeerd weer terug? Ach, ze zou het wel zien. Ze moest boodschappen hebben. Voor zichzelf, maar zeker ook voor de katten. De laatste weken hadden zich meer poezebeesten gemeld en het voer ging er harder door dan gepland.

Na een half uurtje kwam ze aan in het dorp. Gelukkig, het was niet druk merkte ze op en liep snel naar de supermarkt. Daar wist ze in een kwartier alle benodigde boodschappen in te slaan en naar buiten te gaan. En daar stonden ze, het groepje wat haar al jaren treiterde. Verwende kinderen, vond ze. Met hun jeans, hoge hakken, weelderige haren en geplamuurde gezichten. Vol minachting keek ze naar de arrogante gezichten en zag hoe de eerste scheldwoorden zich vormden. Ze sloot zich af, stelde zich voor dat ze in een luchtbel liep en probeerde de kanonnade langs haar heen te laten glijden. “Heks, feeks, lelijk wijf!” Ze hoorde het, schudde haar hoofd en liep door alsof er niets aan de hand was. Het ritueel was weer begonnen. Ze wist al precies hoe het zou gaan. Zij zou weer naar huis keren, maar tot aan de rand van de stad zouden ze haar achtervolgen. Haar omcirkelen met de fiets, haar bespugen en als ze pech had kreeg ze een of twee eieren naar haar gezicht gegooid. Ze zuchtte eens diep en zette er flink de pas in. Voor ze er erg in had, was ze al weer bij de rand van het bos.  Ze hoorde hoe het groepje omkeerde en haar nog wat nariep.
Eenmaal thuis pakte haar tassen uit en gaf haar grote liefdes te eten. Na het uitdoen van haar jas voelde ze pas hoe koud het was in huis. Ze pakte snel wat houtblokken en maakte een vuur in de houtkachel. Ze ging in haar schommelstoel zitten, wreef in haar handen en nam een poes op schoot. Ze vertelde haar dag en tranen liepen over haar gezicht. Zo kon het niet langer, er moest iets gebeuren. Ze was het zat om zo getreiterd te worden. In een hoekje wegkruipen was niet haar manier van omgaan met een tegenslag. Nee, ze had er al meer in haar leven gehad en was er meer en meer door gevormd. Een tegenslag was om aan te gaan. Om er tegen te knokken, om er zelf van te groeien. En toch vroeg ze zich af wat ze hier mee moest. De hele avond zat ze zo na te denken over haar plan. Want dat zou er komen. Na vandaag zou dit niet weer gebeuren.

De volgende ochtend werd ze met een zere rug wakker. Ze had de hele nacht doorgebracht voor de kachel. En ondanks de pijn voelde ze zich gelukkiger dan anders. Ze had haar plan uitgedacht. Deze dag zou ze gebruiken om voorbereidingen te treffen en het een en ander uit te zoeken. Het idee van het uitvoeren bracht de grootste glimlach op haar gezicht die ze in jaren had gehad. Ja, zo moest het gebeuren. Zo was het goed. Ze deed snel brokken in alle voerbakken en ging aan de slag. Eerst de kleine logeerkamer opruimen. Al het stof moest weggeveegd worden, lege dozen de kachel in en er moest een stoel in komen te staan. Vol goede moed pakte ze haar bezem en begon neuriënd te vegen.  Het ging sneller dan ooit en tevreden keek ze de opgeruimde kamer in. Ze zette er een stoel uit de eetkamer in en het vertrek was klaar voor vannacht. Dan zou het gebeuren.
De rest van de dag was ze bezig om de kachel te voorzien van brandstof en knuffelde ze links en rechts wat met haar miauwende viervoetertjes. Ze genoot van de vogels, van de geuren buiten en voelde zich vrij. Nog even en dan ging de zon onder. Dan zou ze zich klaar maken voor haar vertrek naar het dorp. Ze pakte alvast haar donkergrijze omslagdoek en wachtte tot ze de zon zag verdwijnen. Zo snel als ze kon liep ze naar het dorp en kwam puffend bij de rand aan. Ze gunde zichzelf even rust op de boomstam die dwars over het pad lag. Even op adem komen en observeren. Liep zij er al? De meest arrogante tut uit het groepje? De ervaring leerde dat de groep zich verzamelde bij de plaatselijke supermarkt om van daar uit samen de kroeg in te gaan. Een voor een zouden ze aankomen. Ze had er maar een nodig om haar plan uit te voeren.
Ze bleef turen, luisteren en zitten. Wachten was het antwoord. Geduldig zijn en niets overhaasten. Dan zou het hele plan in het water vallen. Ondertussen zag ze een grote stok liggen die haar leek te roepen. Ze ging er op af, raapte hem op en stopte hem onder haar omslagdoek. Die had ze nog nodig vanavond.
Op het moment dat ze alles bij elkaar had, zag ze dé meid verschijnen. Lange weelderige haren, hoge laarzen en een korte rafelige spijkerrok. Precies op tijd, mompelde ze. Langzaam trok ze de grote omslagdoek over haar hoofd heen en bewoog zich in de schaduwen van de bomen naar de bewuste jongedame toe. Haar hart bonsde in haar keel, maar ze moest doorzetten. Het is nu of nooit! Zonder twijfel pakte ze geluidloos de stok haalde uit en nog voor er een schreeuw gegeven kon worden, lag de meid bewusteloos op de grond. Snel gooide ze de stok weg en sleurde haar mee het bos in. Het was een zware tocht met dat meisje achter zich aan slepend, maar de adrenaline had haar genoeg kracht gegeven deze te volbrengen.
Na ruim drie kwartier zat het meisje op de eetkamerstoel in de logeerkamer. Ontkleed en met een prikkende wollen deken om zich heen. Ze mocht het niet koud krijgen. Langzaam kwam ze bij van de klap op haar hoofd, maar kon niet gewaarworden in welk huis ze zat of bij wie.
Het kattenvrouwtje had ondertussen haar tondeuse opgesnord en kwam in haar omslagdoek de logeerkamer binnen. Haar gezicht bedekt en met alleen een kaars ging ze op het meisje af. Die probeerde wat te zeggen, maar een strook tape verhinderde dat. De tondeuse ging aan en pluk voor pluk zag ze haar lange weelderige haren op de grond naast zich neervallen. Schudden met haar hoofd had geen zin wist ze, want dan liep ze kans om ook nog eens een flinke snee in haar hoofd te krijgen. Na een klein kwartier ging de tondeuse uit, maar was het ritueel nog niet klaar. De wollen deken werd afgedaan en er ontstond een branderig en pijnlijk gevoel op haar schouders. Er werd in haar huid gekerfd: De heks is zij, laat haar vrij. Het duurde lang en op het moment dat de pijn niet meer te dragen was en het meisje het bewustzijn dreigde te verliezen, hield het kattenvrouwtje op. Ze maakte het meisje los en trapte haar met de wollen deken en haar kleren naar buiten toe.  Ze zei niets en keek het meisje na. Die maakte zich snel uit de voeten, terwijl ze haar kale hoofd betastte.

Het kattenvrouwtje gaat sindsdien gekleed in haar wollen kleren, maar wel met een weelderige bos haar en het groepje jongeren wat haar treiterden heeft geen overtogen woord meer tegen haar gezegd. Zowel in haar huis, als in het dorp was ze vrij.

zondag 1 juli 2012

slimme kakkerlakken


Tanja was een leergierig kind, altijd al geweest. Ze verbaasde menigeen toen ze op vijf jarige leeftijd haar eerste kinderboek kon lezen. Een aantal mensen dacht dat haar ouders het boekje zo vaak hadden voorgelezen, dat ze het boekje uit het hoofd kende. Maar nee, ze kon echt al lezen. Ze wilde zich graag ontwikkelen. Als ze niets te leren had, was ze ongelukkig, voelde ze zich leeg en wist ze niet wat ze met zichzelf aan moest.

Op de basisschool ging liep ze al snel voor op haar klasgenootjes. Ze kreeg extra leerstof van de leerlaren om haar te prikkelen. Hierdoor die viel ze ook bij haar klasgenootjes op en dit was lang niet altijd positief. Kinderen waren snel jaloers en als je anders was dan de rest, dan hoorde je er niet bij. Groepjes op het schoolplein vormden zich snel aan de hand van de kleding die je aanhad, de cijfers die je haalde, de werkstukken die je maakte en de fiets waar je op reed. Zij had dit allemaal niet. Haar ouders waren niet rijk en konden met moeite rondkomen. Ze was blij dat haar kleren in ieder geval schoon en heel waren, dat ze schoenen had en dat ze naar school toe kon. Helaas zorgde dit, en haar intelligentie ervoor dat ze buiten de boot viel. Een meisje trok zich het lot van Tanja aan en zocht haar in de pauzes op. Ze speelden samen en werden hele goede vriendinnen.
Na groep 8 van het basisonderwijs, ging Tanja naar het gymnasium. Een logische keuze na haar loopbaan op de bassischool. Het was een niveau wat ze goed kon volgen. Ze moest er wel wat voor doen, maar dat vond ze niet erg. Dat deed ze liever dan helemaal niet hoeven te leren. Haar vriendin van de basisschool ging naar de Havo, maar de twee bleven een innig contact met elkaar houden. Het verschil qua opleiding maakte hen niets uit, het was het gevoel wat ze bij elkaar hield. Vijf jaar zaten ze samen op de middelbare school, waarna hun wegen zich van elkaar scheidden. Tanja moest nog 1 jaar tot haar eindexamen, maar haar vriendin was al klaar en verhuisde naar de andere kant van het land voor haar beroepsopleiding.
Verdrietig was Tanja er niet om, ze wist dat dit ging gebeuren. Ze wenste veel succes en hoopte haar nog een keer weer te zien. Dat gebeurde in het begin nog wel, maar naar mate de tijd verstreek, verwaterde het contact tussen Tanja en haar vriendin. Tanja dook meer en meer de boeken en in en vulde haar hoofd met kennis. Enkel om het lege gevoel te kunnen onderdrukken.
Met hoge cijfers haalde Tanja haar gymnasiumdiploma wat haar een vrijbrief gaf voor de universiteit. Psychologie was haar keuze. Hoewel ze vroeger nooit veel contact met mensen had, was ze wel heel nieuwsgierig naar gedachtegangen van mensen, naar ziektebeelden, naar wat er in mensen om ging. Ze wilde als het ware de mens van binnen en van buiten kennen, al was het maar om te kunnen plaatsen waarom er iets bestond als jaloezie.
Het waren pittige jaren op de universiteit voor Tanja. Hard studeren, veel onderzoek doen, tot diep in de nacht aan het werk. Toch had ze het er voor over. De studie voedde haar, gaf haar voor het eerst in haar leven voldoening en Tanja bloeide op. Ze voelde zich fantastisch, mede doordat ze een jongen had leren kennen die een gevoel in haar had wakker gemaakt. Voor het eerst een blij gevoel, wat haar warm maakte van binnen, wat haar vervulde. Ze kende het alleen uit boeken, was hier geen ervaringsdeskundige in. Ook op het gebied van intimiteit was ze een beginner. Seks kende ze van wat ze op tv zag, maar had nooit durven dromen van het genot dat het gaf. Deze jongen had op dat gebied meer ervaring en was geduldig, gaf haar een vertrouwd gevoel en liet haar voor de eerste keer ervaren wat een orgasme inhield.
Ze leefde op een roze wolk waar ze niet vanaf wilde stappen. Het was zo mooi, bijna te mooi. En naïef als ze hierin was door haar onervarenheid, bleef ze geloven dat dit gevoel zou blijven. Wat ze niet wist, was dat deze jongen er andere gedachten op na hield. Hij vond haar leuk, maar een relatie zat er niet in. Nee, ze was lekker voor een nacht, maar daar hield het mee op. Hij reageerde niet op haar telefoontjes, berichtjes, mailtjes en brieven. Negeren, dat was wat het beste werkte wist hij uit ervaring. Tanja had na een week bellen door waar ze stond in deze “relatie”. Woest was ze, gekwetst tot in het diepst van haar hart. Hij had haar enkel gebruikt voor zijn eigen genot. Ze kon alle standjes doen voor en met hem, alleen voor zijn eigen genot. Een heel weekend lang had ze liggen huilen, had ze al haar kussens door de kamer gegooid en hulde ze zichzelf in medelijden. Tot de maandag aanbrak en zij weer aan de studie moest. Fanatieker dan ooit stortte ze zich op haar onderzoeken. Ze liep op het laatst van de studie en ze wist dat het nu of nooit was. Ze zou zich niet meer laten verleiden door haar gevoel, nee haar studie ging nu voor. Ze moest de kennis die ze had opgedaan gebruiken. Het werd een soort van mantra. Alle gegevens moesten verzameld worden en daar moest ze een afstudeerscriptie van maken.
De weken gingen voorbij en Tanja was klaar met het verwerken van haar gegevens. Ze had haar scriptie ingeleverd en kon nu wachten op de beoordeling van de afstudeerleraar en de examencommissie van de universiteit. Als het een voldoende zou zijn, zou ze haar diploma in huis hebben. Dan was ze klaar met haar opleiding en kon ze aan het werk.
Tanja kreeg, zoals ze al verwachtte, een positieve beoordeling op haar scriptie en was hiermee verzekerd van haar diploma. Ze was trots op zichzelf. Jaren hard werken werden nu beloond met een papiertje waarmee haar toekomst open lag. Ze had zich in de weken na het afronden van haar scriptie gestort op het zoeken naar een baan. De perfecte baan, want voor minder wilde ze niet aan het werk. Het moest haar een gevoel van voldoening geven, het moest haar hersenen prikkelen en bezig houden. Het moest uitdaging bieden en geen dag mocht hetzelfde zijn. En deze had ze gevonden. Ze was aangenomen bij een forensisch psychologische kliniek op voorwaarde dat ze haar diploma had gehaald. En dat had ze. Ze belde die middag met haar nieuwe werkgever en hij vertelde haar dat ze maandag werd verwacht om negen uur ’s ochtends.
Na deze dag vol emoties nam Tanja ’s avonds een wijntje om haar toekomst te vieren. Het zag er rooskleurig uit en zo zag Tanja zichzelf ook. Alsof er een last van haar schouders was gevallen en ze nu ontdekte wat vrije tijd was. Na de eerste uren in vreugde te hebben doorgebracht begon de wijn zijn werk te doen. Tanja werd slaperig en besloot in bed te kruipen. Ze mocht van zichzelf nu slapen, ze mocht toegeven aan de moeheid. Op krachten komen, want maandag werd er van haar verwacht dat ze haar wijsheid en kennis zou toepassen op mensen die behandeld moesten worden. Mensen die verschrikkelijke dingen hadden gedaan.
Die nacht werd Tanja wakker, badend in het zweet. Eerst dacht ze dat dit kwam omdat ze vergeten was het raam open te zetten. Of dat de wijn er voor zorgde dat ze het zo warm had. Ze draaide zich om en hoopte snel weer in slaap te vallen. Een kwartier later was ze nog wakker en voelde ze daar nu wat langs haar been naar boven kruipen? Tanja trok wilde de dekens van zich af en daar zag ze haar belagers. Kriebelende beestjes, het leken wel kakkerlakken, kropen bij haar benen omhoog. Tanja bekeek ze eens goed en deze beestjes keken haar recht in haar ogen aan. Ze waren woest en waren uit op wraak. Tanja kroop achteruit, totdat ze tegen haar hoofdeind zat en niet verder kon. Ze ging op haar bed staan en sprong van het bed af. De kakkerlakken bleven haar volgen en dreven haar de hoek in. Tanja gilde het uit. Haar onderbuurmeisje was op het gegil afgekomen en opende de kamerdeur van Tanja. Ze keek de kamer rond en zag haar in de hoek staan. Ze vroeg Tanja wat er was en Tanja antwoordde dat ze werd belaagd door kakkerlakken. Haar onderbuurmeisje zag niets, alleen  Tanja die bang en onbereikbaar was.  Tanja opende  het raam en sprong  van de derde verdieping naar buiten. De hulpdiensten waren snel ter plaatse. Tanja leefde nog, maar had geen hersenactiviteit meer. Onderzoek wees uit dat de vrije tijd en rust voor een psychose hadden gezorgd. De jonge en slimme Tanja was hersendood en zou nooit meer gebruik kunnen maken van haar wijsheid en kennis. 

donderdag 14 juni 2012

De week erna

Vorige week donderdag schreef ik over het verlies van onze “frummel”. Nu een week later wil ik een ieder graag laten weten dat het goed met ons gaat. We hebben het leven van alledag opgepakt en zijn blijven vasthouden aan ons ritme. Want ook met verdriet draait de wereld gewoon door.
Wat het allemaal wat minder moeilijk maakt is dat nu na een week alle lichamelijke pijn verdwenen is. Ik voel me langzaamaan weer de oude, al heeft mijn lijf nog niet mijn oorspronkelijke vorm weer aangenomen.
Ik geniet elke dag weer van alles wat ik zie. Ik verwonder mij over hoe het leven in elkaar steekt, waardeer alles om me heen en zie overal het positieve van in. Ook de afgelopen week heeft Martijn en mij iets positiefs gebracht. Nog nooit hebben wij samen zoveel gewandeld en hebben we zo genoten. We waarderen elkaar, we genieten van elkaar en ik had nooit gedacht dat ik nog meer van hem kon houden dan ik al deed.
Want ja, onze liefde is intenser geworden dan voorheen en we hebben dit samen gedragen. We hebben er samen over gepraat, samen ons gevoel gedeeld en alles oprecht, open en zonder maskers of muurtjes. We dachten dat onze relatie al heel sterk was, nou hij is alleen maar sterker geworden.

Martijn vertelde me dinsdag tijdens de wandeling dat een miskraam je niets oplevert. Het is verdrietig, het is balen en voor je gevoel komt er niets positiefs uit voort. Ik beantwoordde hem met dat het een gat veroorzaakt en dat het aan ons is hoe we dat gat opvullen. Het is niet het inruilen van gevoel, of het wegstoppen. Nee, we zijn de natuur in gegaan en hebben geleerd daar te genieten van al het bijzonders. Want elke avond dat we gingen wandelen, kwam er iets moois op ons pad wat het de wandeling waard maakte.
De ene dag een vos, of dan een visarend. Of een bijzondere plant, of dassensporen en daarna de weg kwijt raken.

Nu een week later heeft het voor mij een plek gekregen en ik maak mezelf geen verwijten. Ik heb hier geen schuld aan gehad, het is de natuur geweest. Iets waar je geen invloed op hebt.
We weten in ieder geval dat mijn lijf werkt zoals het moet werken en dat is een geruststelling op zich. En we weten dat wij ook dit met ons tweeën aankunnen.
We blijven positief, dat zijn we altijd geweest, dat zullen we altijd zijn. De combinatie van mezelf afzonderen, de natuur in gaan met manlief, mijn ritme weer oppakken en durven stil staan bij de pijn, maken dat het bij mij een warm plekje in mijn hart heeft.

En ik wil natuurlijk iedereen bedanken voor alle lieve woorden, berichten, telefoontjes, knuffels en energie. Dat heeft ons zo ontzettend goed gedaan. Ik kan jullie er niet genoeg voor bedanken. 

zondag 10 juni 2012

Hersengymnastiek


Vijf minuten nadenken tijdens het breien leverde mij het volgende op. Ik wilde graag weten hoe lang de schuine kant van de omslagdoek wordt en ik had 2 maten.
Een oud wiskundesommetje herinnerde mij A²+ B²= C². Bij mijn omslagdoek komt dat neer op :
1²+ 0,8²= kut…..0,8 in het kwadraat. 0,8 keer 0,8 is 64 met twee komma’s ervoor…toch? Ja, volgens mij wel. Dan kom ik op een schuine kant van 1,64 m. Dat lijkt mij wel te kloppen. O ja, franjes moeten er ook aan….om de vier centimeter beginnend vanaf de punt. Dus hoeveel franjes moet ik knippen?
Dat wordt dan 1,64 gedeeld door 4 is dus 164 gedeeld door 4 en dat is 41. En dat moet ik natuurlijk keer twee doen, want er zit nog een schuine kant aan. Dat is dus in totaal 41 keer 4 draadjes knippen is weer 164 maal 2 voor de andere schuine kant. Ik moet dus gewoon 328 draadjes van 35 cm knippen.

Al met al heb ik dit in enkele minuten uit gedacht  en  nog vraag ik me wel eens af of ik mijn hersenen wel genoeg gebruik. Ik denk het wel. 

donderdag 7 juni 2012

Dag Frummel


Op mijn verjaardag kreeg ik een prachtig verjaardagscadeautje, een klein wondertje had plaats genomen in mijn buik en wat was ik er blij mee. Totaal onverwacht, maar zeker zeer welkom. Martijn en ik hebben een kinderwens en dat het zo snel al “raak”  zou zijn, hadden wij beiden niet verwacht.

Even neuzen op internet leverde op dat ik in het begin van de zesde week zat. Helemaal te gek, maar tegelijkertijd stak de onzekerheid de kop op. Iets voelde niet helemaal lekker en ik begon mij gelijk zorgen te maken over miskramen en zwangerschappen op de verkeerde plek. Na een paar dagen werd deze onzekerheid minder en kon ik genieten van de misselijkheid, de hoofdpijn, het stoppen met wijn drinken. Alles voor het wonder in mijn buik. Grote beslissingen werden genomen, manlief en ik keken naar de toekomst en dachten uit hoe we wat wilden regelen. Alles zat in kannen en kruiken, nu de komende 34 weken nog door. Eerst nog 6 weken en dan zijn we uit de gevarenzone.

Twee weken was er niets aan de hand. De afspraak met de verloskundige stond en wij voelden ons zeker. Tot gisterochtend. Ineens had ik bloedverlies. Bruin en dus maakte ik me niet direct zorgen. Gisteravond werd het heviger en belde ik met de huisartsenpost. Die konden me niet veel verder helpen dan met  afwachten. Vanochtend kreeg ik hetzelfde bericht van de verloskundige. Ondertussen hoopte ik dat het bloedverlies zou stoppen en ik onbezorgd het weekend in kon. Maar helaas, vanavond was het helderrood en kreeg ik buikkrampen. Maar weer een telefoontje naar de huisartsenpost. Ja mevrouw, we kunnen er moeilijk iets van zeggen. Het kan een innestelingsbloeding zijn, maar het kan ook het begin van een miskraam zijn. Nou, ik ben dan wel voor het eerst zwanger, maar dit zag er niet uit als een innestelingsbloeding. Het voelde gewoon niet goed meer. Manlief en ik besloten om maar een flinke wandeling op het Balloërveld te maken en we hebben gepraat. Ik heb mijn gevoel gedeeld, we hebben geknuffeld en geprobeerd het een plekje te geven.

Bij thuiskomst werd mijn vermoeden van een miskraam bevestigd. Frummel is niet meer. Helaas was dit mensje in wording niet levensvatbaar en heeft Moeder Natuur dit gezien.

Naast verdriet ben ik wel blij dat er een eind is aan het onzekere gevoel wat mij sinds gisteren in de greep had. Ook ben ik alles meer gaan waarderen en zijn manlief en ik nog dichter bij elkaar gekomen. Hoe verdrietig ook, we zijn een ervaring rijker en een volgende keer loopt het wel goed af. 

donderdag 10 mei 2012

GRRRRRRRRRRRRRR!!!!!!


Sinds zes jaar zijn wij de baasjes van Bruno. En ik kan nu allemaal op gaan sommen wat ik in het verleden ook al over hem heb geschreven, maar dan wordt dit zo’n zeikerig verhaal. Nee, laten we maar niet zeggen dat hij op z’n zachtst gezegd een moeilijke hond is.
Wat ik wel over hem kan zeggen is dat hij bijzonder eigenwijs is. Ik vraag mij wel eens af of dit een kwestie van Karma is. Zowel Martijn als ik zijn beiden minstens zo eigenwijs en vragen ons altijd af of het advies van een ander vaak wel zo’n goed advies is. Wij moeten daar, net als Bruno bij een commando, lang over nadenken alvorens wij een beslissing daar in nemen.

Zie je het voor je? Bruno dan? Op cursus wilde deze neus al helemaal geen advies van zijn baasje opvolgen en koos hij altijd voor zijn eigen beslissing. Tenzij je een blokje kaas of plakje leverworst had. Je moest hopen dat het droog bleef en niet te warm werd, anders was de leverworst geen succes. Plakkerige rommel in je jaszak en daar moet je dan ook nog je handen in stoppen om het vervolgens in de bek van je hond te smeren. Een grote kliederpartij.

Nu in het bos en zes jaar verder is deze deugniet nog net zo eigenwijs. Als ik hem een commando geef, want ja….ik moet die hond naast spelen en snuffelen ook wat te doen geven, blijft hij staan, hij snuffelt, hij kijkt rond, piest wat, snuffelt nog eens en besluit dan om het commando op te volgen. Hoe vaak  ik wel niet een commando herhaald heb, mijn geduld verloren heb en machteloos naar hem heb geroepen dat hij nu gvd hier moet komen en aan de voet moet zitten. En dan wil ik het ook nog eens tot in de puntjes perfect hebben, want hij weet hoe het moet. Hij is alleen zo ontzettend eigenwijs.  Dan gaat hij scheef zitten of recht voor je, terwijl hij links naast me moet zitten. En als ik hem dan zeg dat hij het beter moet doen, gaat hij af. Echt, inwendig kan ik dan wel helemaal dubbel liggen.  Hij vindt het heerlijk om commando’s op te volgen als hij zeker weet dat er een beloning volgt. Als hij dat niet zeker weet, kan het best even duren voordat hij je wil behagen. Typisch Heidewachtel. Dat zit in zijn aard en ook in de aard van zijn baasjes. Dus vandaar ook mijn idee dat ik in een vorig leven een heidewachtel ben geweest en om te ervaren wat mijn toenmalige baas heeft ervaren, krijg ik dat van Bruno.  Hij is echter wel een goede leermeester voor een grote portie geduld. Ik heb nog nooit zoveel gehad als nu. En elke dag wordt deze portie vergroot.

Het is een heerlijk beest voor ons, hij heeft humor en brengt me op de mooiste plekken van het bos, als is het soms onder lichte dwang van hem. Naast dat het voor mij en Martijn een enorme knuffelbeer is, is het ook een goede beschermer van zijn bazinnetje. Hij heeft mij regelmatig een erg veilig gevoel gegeven als ik ’s nachts door het park liep, of wanneer de voordeur geverfd werd en wij noodgedwongen zonder deur moesten slapen. Toen alle luiken geverfd werden en ook deze niet op de plek zaten waar ze hoorden. ’s Nachts kunnen we rustig de achterdeur openlaten als het zinderend heet is geweest die dag. Bruno houdt de wacht. En dat maakt zoveel goed. Al zijn moeilijke gedrag naar bezoek en andere honden, want ja…dat heeft hij nog steeds, ondanks het vele trainen, het super eigenwijze….ik neem het allemaal voor lief want Bruno is Bruno en hij heeft vele mooie kanten. Het is alleen jammer dat zijn boze houding naar anderen er voor zorgt dat zij Bruno alleen via mijn verhalen foto’s kunnen leren kennen. 

dinsdag 21 februari 2012

Kinderen en lijnen

Met grote regelmaat lees ik op de social media dat men aan het lijnen is, gezond gaat eten, stopt met roken en actief gaat sporten. Persoonlijk vind ik daar niets mis mee. Sterker nog, ik benijd de mensen die zich tot een zeer actief leven aan kunnen zetten. Ik kan het niet. Ik loop twee keer per dag met de hond in het bos als manlief aan het werk is en verder kijk ik uit met eten. Waar ik dus absoluut niet bij stil sta is in welk voedingsmiddel welke toevoeging zit. Eerlijk gezegd boeit het me niet zo. Ik weet dat je alles gematigd moet eten en minstens een half uur per dag moet bewegen. Nou, daar voldoe ik zeker aan.
Nu las ik ook vandaag weer van alles op een van de bekende sites. Iets over keltisch zout (ik wist niet eens dat het bestond) en over E nummer zoveel wat in bijna alle voedingsmiddelen zit. Persoonlijk word ik er een beetje moe van. Ik ga echt niet elk product bestuderen of het goed voor me is of niet. Mijn lijf geeft dat zelf wel aan. Wanneer je met mate je versnaperingen naar binnen werkt, is er niets aan de hand. Dat een ander daar anders over denkt prima. Dat kan ik best hebben. Echter, de persoon die dit op de social media gooit, gaat nog een stapje verder. En dáár maak ik me dus wel kwaad om.
Zij is de gelukkige moeder van 2 kinderen. Een zoontje en een dochtertje. Over de dochter lees ik van alles, over het zoontje nagenoeg niets. Dan heb ik al mijn vraagtekens. Ik snap best dat je met de een misschien iets meer hebt dan met de ander, maar het zijn toch allebei je kinderen? Die zijn toch allebei even belangrijk? Maar goed, het zal zijn reden wel hebben. Ook hier kan ik me over heen zetten, want ik wil niet over alles mopperen.
Maar waar ik wel heel erg graag even mijn gal over wil spuien is over wat moeders , dochterlief meegeeft. Moeders is bezig met afvallen. Ze volgt een dieet, prima, maar valt dochterlief van 5 daar ook mee lastig. Wanneer die bij opa en oma logeren vraagt ze regelmatig: Oma, word ik daar dik van? Oma, is dat slecht voor mijn tanden? Een kind van 5!!!! En die maakt zich druk om zulk soort dingen?! Kinderen van vijf moeten lekker kunnen snoepen bij opa en oma, die moeten pannenkoeken kunnen eten totdat ze vol zitten, die moeten lekker verwend worden. Zich druk maken om de lijn? Nou echt, daar kan ik dus van ontploffen. Laat kinderen kinderen zijn en val ze niet lastig met constante dilemma’s of ze iets wel of niet mogen eten. Of ze ergens dik van worden, of iets slecht is voor hun tanden. En als ouder zijnde, breng er een balans in, dan kunnen opa’s en oma’s gewoon opa’s en oma’s blijven.
Misschien is het kort door de bocht en heb ik geen recht van spreken omdat ik zelf geen kinderen heb, maar als ik terugkijk naar mijn eigen jeugd, dan maakte ik mij totaal niet druk om dat soort dingen. Ik ging naar opa en oma en herinner mij dat wij altijd misselijk weer naar huis gingen, omdat we zo lekker verwend werden. En thuis, daar was alles netjes gedoseerd en konden we een boterham eten of een stuk fruit als we zin in iets lekkers hadden. 

zaterdag 11 februari 2012

Soms moet ik het effe kwijt

Ach, zo af en toe schrijf ik er weer eens over, omdat het er uit moet.  Niet dat ik er zelf altijd op zit te wachten en al helemaal niet om een ander er mee lastig te vallen, maar goed. Het is er nu eenmaal en soms moeten ook bepaalde gevoelens bij mij een plekje krijgen.
Het gaat over dat rare koppie van mij. Schreef ik vorig jaar nog dat het hartstikke goed ging en ik ergens verwachtte dat het over zou gaan, zo anders is het nu. De verwachting dat mijn spasmes verdwijnen en ik een leven zonder botox kan leiden heb ik naar de prullenbak verworpen. Ik red het gewoon simpelweg niet. Mijn nek ligt de laatste tijd meer dwars dan ooit en de spasmes laten zich met regelmaat zien. Ook wanneer ik daar dus duidelijk geen zin in heb. Maar blijkbaar is mijn gedachte niet altijd sterker dan de stroomstootjes in mijn hersenen. Dat er een draadje los zit bij mij, dat is geen nieuws. Voor mij niet en voor de mensen die mij goed kennen ook niet. Ik heb niet gespoord, nooit gedaan en dat zal ook nooit gebeuren. Dat idiote blijft in me zitten. Alleen het synchroon zitten met mijn scheve zweefparasol….tja dat is nou idioterie waar ik niet zo op zit te wachten. Ik ben een beweeglijk mens en lang in dezelfde houding zitten is niets voor mij.

De fysio is blij met mij, want ik fungeer tegenwoordig als zijn speldenkussen. Fijne accupunctuurnaalden banen zich een weg naar de knopen in mijn spieren. De helft voel ik door de botox niet, maar de andere helft die niet is platgelegd door botox voel ik des te harder. En met elke handeling, je kent vast de beelden van liposuctie….nou, zo voelt het ongeveer….
Hadden we vorig jaar de fysio teruggedraaid naar 1 keer in de vier weken, ik heb er net vier weken achter elkaar opzitten. Elke week fungeren als speldenkussen, het went niet.

In april mag ik voor de botox en ik hoop stiekem dat mijn nekkie dan weer minder spastisch is. Het zou betekenen dat we er vijf maanden tussen kunnen laten. Liever vaker als speldenkussen fungeren, dan meer van dat gif in mijn lijf. Hoe goed het ook zijn werk doet, het is en blijft gif. Het verlicht de pijn, maakt de spieren minder sterk, houdt de huid strak, doet rimpels verdwijnen en het doet pijn.

Vrienden en vriendinnen moeten weer uitkijken wanneer ze me op mijn wang kussen, ik zou ze zo weer een kopstoot kunnen verkopen, omdat ik een spastisch mens ben :lol:.

Naast het bovenstaande gemier en gezever van mij, maak ik ook leuke dingen mee. Zo kent de fysio mij en mijn humor nu door en door en regelmatig bescheur ik me op de behandeltafel. Dan heeft hij weer een flauwe grap, of ik maak weer een fijne opmerking en tja…zo houden we de boel lekker ontspannen.

Het is niet zo slecht als drie jaar geleden, toen het net begon, maar het is ook niet meer zo goed als dat het vorig jaar was. Of dit nu te wijten is aan het extreem koude weer, of dat het toch wat achteruit gaat….Ik weet het niet. Het is afwachten. Nog twee jaar en dan weten we hoe het zich zal uitkristalliseren. En tot die tijd zal ik af en toe schrijven, soms wat zeuren, maar bovenal genieten van de draadjes die niet goed vastzitten in mijn hoofd.

Alleen het verjongen van de botox werkt niet meer, men schat mij niet meer beneden de 25. Ik ben dus officieel bestempeld tot dertiger. Das dan wel weer een domper….het maakt je dus niet jaren jonger….