dinsdag 3 juli 2012

Mooi einzelgängster



Als kattenverzorgster vervulde zij haar leven. Van jongs af aan koesterde zij een diepe liefde voor deze harige, kleine en lieve viervoeters. Het eigenzinnige karakter van de katten paste prima in haar denkwijze over het leven. Geen vooropgestelde regels waar je je aan moest houden. Nee, ongelimiteerd genieten van de vrijheid. Dat was haar motto.


Aan het huishouden hechtte ze geen waarde,  dat stond onderaan het lijstje van dingen die gedaan moesten worden. Dat de katten verhaarden vond ze niet erg, ze spaarde de haren op. Van die haren spon ze garen wat ze gebruikte voor haar andere liefde: breien.
Haar gehele garderobe bestond uit eigen gebreide truien, vesten, jurken, omslagdoeken. Zelfs de handdoeken waren van wol. Het was warm, werd niet snel vies en de kattenharen vielen niet op. Allemaal voordelen die haar veel tijd uitspaarden met wassen, want een wasmachine had ze niet.
Voor haar huisje langs liep een kleine beek waar ze zich ’s ochtends in waste en waar ze bij hoge uitzondering een stofdoek uitspoelde.  Naast het bij elkaar vegen van haar te maken garen, deed ze niets in huis.

De mensen uit het dorp vonden haar maar een rare verschijning. Met haar gebreide gewaden, haar vette piekerige haar en haar half vervallen gebit. Vaak werd ze uitgelachen, scholden kinderen haar uit en als ze pech had werd er van alles naar haar toe gegooid. Nee, ze kwam er liever niet, maar voor haar boodschappen moest ze wel. Vanaf haar huisje was het een kleine 2 kilometer lopen naar het dorp, dwars door de bossen heen. Tijdens deze wandelingen bereidde ze zich al voor op haar aankomst. Wat stond haar nu weer te wachten? Kwam ze ongedeerd weer terug? Ach, ze zou het wel zien. Ze moest boodschappen hebben. Voor zichzelf, maar zeker ook voor de katten. De laatste weken hadden zich meer poezebeesten gemeld en het voer ging er harder door dan gepland.

Na een half uurtje kwam ze aan in het dorp. Gelukkig, het was niet druk merkte ze op en liep snel naar de supermarkt. Daar wist ze in een kwartier alle benodigde boodschappen in te slaan en naar buiten te gaan. En daar stonden ze, het groepje wat haar al jaren treiterde. Verwende kinderen, vond ze. Met hun jeans, hoge hakken, weelderige haren en geplamuurde gezichten. Vol minachting keek ze naar de arrogante gezichten en zag hoe de eerste scheldwoorden zich vormden. Ze sloot zich af, stelde zich voor dat ze in een luchtbel liep en probeerde de kanonnade langs haar heen te laten glijden. “Heks, feeks, lelijk wijf!” Ze hoorde het, schudde haar hoofd en liep door alsof er niets aan de hand was. Het ritueel was weer begonnen. Ze wist al precies hoe het zou gaan. Zij zou weer naar huis keren, maar tot aan de rand van de stad zouden ze haar achtervolgen. Haar omcirkelen met de fiets, haar bespugen en als ze pech had kreeg ze een of twee eieren naar haar gezicht gegooid. Ze zuchtte eens diep en zette er flink de pas in. Voor ze er erg in had, was ze al weer bij de rand van het bos.  Ze hoorde hoe het groepje omkeerde en haar nog wat nariep.
Eenmaal thuis pakte haar tassen uit en gaf haar grote liefdes te eten. Na het uitdoen van haar jas voelde ze pas hoe koud het was in huis. Ze pakte snel wat houtblokken en maakte een vuur in de houtkachel. Ze ging in haar schommelstoel zitten, wreef in haar handen en nam een poes op schoot. Ze vertelde haar dag en tranen liepen over haar gezicht. Zo kon het niet langer, er moest iets gebeuren. Ze was het zat om zo getreiterd te worden. In een hoekje wegkruipen was niet haar manier van omgaan met een tegenslag. Nee, ze had er al meer in haar leven gehad en was er meer en meer door gevormd. Een tegenslag was om aan te gaan. Om er tegen te knokken, om er zelf van te groeien. En toch vroeg ze zich af wat ze hier mee moest. De hele avond zat ze zo na te denken over haar plan. Want dat zou er komen. Na vandaag zou dit niet weer gebeuren.

De volgende ochtend werd ze met een zere rug wakker. Ze had de hele nacht doorgebracht voor de kachel. En ondanks de pijn voelde ze zich gelukkiger dan anders. Ze had haar plan uitgedacht. Deze dag zou ze gebruiken om voorbereidingen te treffen en het een en ander uit te zoeken. Het idee van het uitvoeren bracht de grootste glimlach op haar gezicht die ze in jaren had gehad. Ja, zo moest het gebeuren. Zo was het goed. Ze deed snel brokken in alle voerbakken en ging aan de slag. Eerst de kleine logeerkamer opruimen. Al het stof moest weggeveegd worden, lege dozen de kachel in en er moest een stoel in komen te staan. Vol goede moed pakte ze haar bezem en begon neuriënd te vegen.  Het ging sneller dan ooit en tevreden keek ze de opgeruimde kamer in. Ze zette er een stoel uit de eetkamer in en het vertrek was klaar voor vannacht. Dan zou het gebeuren.
De rest van de dag was ze bezig om de kachel te voorzien van brandstof en knuffelde ze links en rechts wat met haar miauwende viervoetertjes. Ze genoot van de vogels, van de geuren buiten en voelde zich vrij. Nog even en dan ging de zon onder. Dan zou ze zich klaar maken voor haar vertrek naar het dorp. Ze pakte alvast haar donkergrijze omslagdoek en wachtte tot ze de zon zag verdwijnen. Zo snel als ze kon liep ze naar het dorp en kwam puffend bij de rand aan. Ze gunde zichzelf even rust op de boomstam die dwars over het pad lag. Even op adem komen en observeren. Liep zij er al? De meest arrogante tut uit het groepje? De ervaring leerde dat de groep zich verzamelde bij de plaatselijke supermarkt om van daar uit samen de kroeg in te gaan. Een voor een zouden ze aankomen. Ze had er maar een nodig om haar plan uit te voeren.
Ze bleef turen, luisteren en zitten. Wachten was het antwoord. Geduldig zijn en niets overhaasten. Dan zou het hele plan in het water vallen. Ondertussen zag ze een grote stok liggen die haar leek te roepen. Ze ging er op af, raapte hem op en stopte hem onder haar omslagdoek. Die had ze nog nodig vanavond.
Op het moment dat ze alles bij elkaar had, zag ze dé meid verschijnen. Lange weelderige haren, hoge laarzen en een korte rafelige spijkerrok. Precies op tijd, mompelde ze. Langzaam trok ze de grote omslagdoek over haar hoofd heen en bewoog zich in de schaduwen van de bomen naar de bewuste jongedame toe. Haar hart bonsde in haar keel, maar ze moest doorzetten. Het is nu of nooit! Zonder twijfel pakte ze geluidloos de stok haalde uit en nog voor er een schreeuw gegeven kon worden, lag de meid bewusteloos op de grond. Snel gooide ze de stok weg en sleurde haar mee het bos in. Het was een zware tocht met dat meisje achter zich aan slepend, maar de adrenaline had haar genoeg kracht gegeven deze te volbrengen.
Na ruim drie kwartier zat het meisje op de eetkamerstoel in de logeerkamer. Ontkleed en met een prikkende wollen deken om zich heen. Ze mocht het niet koud krijgen. Langzaam kwam ze bij van de klap op haar hoofd, maar kon niet gewaarworden in welk huis ze zat of bij wie.
Het kattenvrouwtje had ondertussen haar tondeuse opgesnord en kwam in haar omslagdoek de logeerkamer binnen. Haar gezicht bedekt en met alleen een kaars ging ze op het meisje af. Die probeerde wat te zeggen, maar een strook tape verhinderde dat. De tondeuse ging aan en pluk voor pluk zag ze haar lange weelderige haren op de grond naast zich neervallen. Schudden met haar hoofd had geen zin wist ze, want dan liep ze kans om ook nog eens een flinke snee in haar hoofd te krijgen. Na een klein kwartier ging de tondeuse uit, maar was het ritueel nog niet klaar. De wollen deken werd afgedaan en er ontstond een branderig en pijnlijk gevoel op haar schouders. Er werd in haar huid gekerfd: De heks is zij, laat haar vrij. Het duurde lang en op het moment dat de pijn niet meer te dragen was en het meisje het bewustzijn dreigde te verliezen, hield het kattenvrouwtje op. Ze maakte het meisje los en trapte haar met de wollen deken en haar kleren naar buiten toe.  Ze zei niets en keek het meisje na. Die maakte zich snel uit de voeten, terwijl ze haar kale hoofd betastte.

Het kattenvrouwtje gaat sindsdien gekleed in haar wollen kleren, maar wel met een weelderige bos haar en het groepje jongeren wat haar treiterden heeft geen overtogen woord meer tegen haar gezegd. Zowel in haar huis, als in het dorp was ze vrij.

2 opmerkingen:

  1. Oeeeee wat een heerlijk verhaal is dit toch om te lezen. Echt weer jouw verhaal. Prachtig.xxx

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ja, dit is een Jeanetje. Een hele echte

    BeantwoordenVerwijderen