maandag 16 maart 2015

Kookles

Ik hou van koken. En dan niet de standaard aardappels, groenten en vlees….Nee culinaire hoogstandjes vind ik heerlijk om te doen. Italiaans heeft wel mijn voorkeur, maar ik interesseer mij ook voor de oosterse kookkunsten.
Een folder waarin privé kooklessen werden gegeven, was een voorbestemd teken voor mij om mij op te geven. Ik stuurde een email met daarin mijn gegevens en de dag daarop werd ik teruggebeld. Het was een ontzettend aardige man die mij vertelde dat hij al van jongs af aan kookte. Hij had de liefde voor het koken van zijn moeder meegekregen en wilde deze kookkunsten graag doorgeven. Het was een telefoongesprek van ruim een uur en er stond een afspraak. Volgende week maandag kon ik naar zijn praktijkruimte komen en zou ik mijn eerste les krijgen. De eerste uit een reeks van 15 lessen.

En gisteren was het zover. Mijn eerste kookles. Enigszins zenuwachtig begaf ik mij naar de praktijkruimte. Zenuwachtig omdat ik niet gewend ben om privélessen te volgen. Ik deed het altijd in groepsverband en eventuele foutjes kon je bij de buurman of buurvrouw afkijken en herstellen. Nu zou ik de volle honderd procent aandacht krijgen mijn kookdocent.

Ik stapte om vier uur de praktijkruimte binnen en gelijk gleden de zenuwen van mij af. Niet alleen was de kookdocent een om bij te watertanden, ook de praktijkruimte gaf een gevoel van rust. De indeling, een ouderwetse keuken zoals in boerderijen, de kleuren….het rook er naar verse kruiden. Ja, als er een hemel bestaat in kookland, dan ben ik er nu in terecht gekomen. Ik hing mijn jas aan de kapstok en deed een schort voor mijn kleding.

Vandaag gingen we een vleesgerecht uit de oven bereiden. Voor mij op de tafel lag een prachtig stuk vlees. Mooi zachtroze van kleur en vers. Armand (de kookdocent) vertelde me hoe we dit stuk vlees gingen bereiden. Ik begon met het zacht insmeren met olijfolie, daarna de voorgesorteerde kruiden er een voor een overheen. Vervolgens legde ik het met tedere hand in de ovenschaal en legde er  plakjes citroen  boven op. Armand vertelde me dat dit drie kwartier in de oven moest op 160 graden. Ik stelde de tijd en de temperatuur in en we begonnen aan de groentes voor bij het vlees.
Het werd een mix van diverse boontjes. Sperziebonen, tuinbonen, chinese bonen. Allemaal vers geplukt uit zijn groentetuin, verzekerde hij me. Koken met een kruidenmengsel wat ook wel “bonenkruid” genoemd wordt en afmaken met een klein klontje boter over de boontjes heen.

En zo was er drie kwartier voorbij en deed ik de deur van de oven open. Het vlees rook goed en Armand bevestigde dat het er perfect uitzag. Ik sneed voorzichtig het vlees aan en we proefden beiden een plak in combinatie met het bonenmengsel. Alsof er een dozijn engeltjes op mijn tong plasten….wat een smaak, wat een textuur. Zo zacht, het vlees smolt bijna op je tong als je een hap nam. Ik keek vol verwondering naar Armand om te bespeuren of hij net zo genoot van dit gerecht. Hij zei niets, had zijn ogen dicht en kauwde en proefde, liet het vlees door zijn mond glijden en uiteindelijk slikte hij het door. Het eerste wat hij zei was: “ Je bent geslaagd.” Ik snapte niet wat hij bedoelde, maar vatte het op als een compliment.

Ik kreeg de opdracht mee om dit gerecht van de week nog eens te maken, zodat ik het goed in de vingers kreeg. De kruidenmengsels had hij voor me op een papier gezet. Toen ik hem vroeg of ik een stuk vlees van hem mee kon krijgen, antwoordde hij: “ In de bijkeuken staat een vriezer, daar ligt nog wel een stuk voor je in.” Ik liep naar de bijkeuken, trok de vriezer open en mijn vol liefde bereidde stukje vlees baande zich een weg naar boven. Ik kon niets anders doen dan mijn mond openen en het weer naar buiten laten komen. Wat ik aantrof in de vriezer ging al mijn verwachtingen te boven en ineens maakte dat het goddelijke gerecht tot een gerecht uit de diepste donkere kerkers die een mens zich kan voorstellen.

Een paar ogen keken mij aan vanuit de vriezer en ik weet nu sinds gisteren hoe een stuk vrouwendijbeen smaakt. 

Stukje kaas?

Vier jaar geleden was hij in Gouda begonnen bij een kaasmakerij. Niet het beroep wat hij wilde, maar zijn geldnood dwong hem te werken. En elk vrij baantje greep hij aan. Hij had voor de kaasmakerij al vele andere baantjes gehad, maar geen enkel baantje bood hem wat hij nu had. Nachtdiensten en daarmee een gevoel van vrijheid.

Hij was een man van eind twintig en was er sinds vijf jaar achter dat hij een voorkeur had voor mannen. Het was voor hem een moeilijke periode. Er werd bij hem thuis niet vrij over gedacht en al helemaal niet over gesproken. De stap om uit huis te gaan was dan ook niet verwonderlijk. Dan had hij de vrijheid.
Nadat hij het ouderlijk huis had verlaten, had hij het zijn ouders verteld. Zijn moeder barstte in tranen uit en zijn vader schold hem de huid vol, sloeg hem, om hem op die manier weer te veranderen in een “echte” man.

Jaren had hij gezocht naar een partner, maar er geen een kunnen vinden. Het hield vaak niet langer stand dan een week of twee. Dan werd hij afgerekend op het rare gedrag wat hij vertoonde, zijn voorliefde voor poppen. Zijn partners namen hem niet serieus en hij bleef uiteindelijk alleen over.
Om de nachten niet alleen door te hoeven brengen, had hij bij zijn baan om de nachtdiensten gevraagd. Hij was dan welliswaar alleen in het bedrijf, maar hij hoefde niet te denken aan zijn verloren liefdes. Hij kon zijn zinnen op het werk verzetten.

Tot op een dag er een onverwachte wending kwam in zijn nachtdiensten. Er was nog iemand aan het werk. Een jonge man, drie jaar jonger dan hij. En ook deze man viel op mannen. Zijn geluk kon niet op. Na een paar maanden hadden beide mannen een sterke band met elkaar en er ontwikkelde zich een prille liefde.
Hij nam zijn collega mee naar huis alwaar zij een romantische nacht tegemoet gingen. De volgende dag ontdekte zijn collega de poppen…..
Die eeuwige poppen. Wat had hij er toch mee? Hij wist het niet, maar kon er geen afscheid van nemen. En die poppen zouden hem een ware nachtmerrie bezorgen.

Zijn collega had in de bedrijfskantine een grote opblaaspop voor hem neergezet, met een kaartje er aan om hem te bedanken voor de geweldige nacht. De naam van de collega stond er niet onder, maar zijn naam stond op een groot lint wat om de pop hing.
Die nacht werd een ware hel. Hij werd getreiterd door zijn collega’s die hij bij de wisseling van de dienst zag, uitgelachen, uitgescholden en vervolgens gekleineerd. Hij kookte van binnen. Hoe had hij dit nou kunnen doen?! Hij vertrouwde zijn collega en dacht dat ze samen iets bijzonders hadden. Weer kwam hij bedrogen uit. Die nacht bedacht hij een plan. Hij zou zijn collega een lesje leren. Het werd tot in de puntjes uitgedacht en hij koos het moment om zijn plan tot uitvoer te brengen.

Het is een maand later als hij voor de zoveelste keer de nachtdienst draait. Zijn collega’s zijn ondertussen uitgegrapt en zijn de opblaaspop alweer vergeten, maar hij niet.
Woest denkt hij er nog aan terug, terwijl hij met zijn kaasschaaf in de weer is. Vol kracht schaaft hij het ene plakje na het andere en legt deze zorgvuldig op de werkbank neer. Allen even groot en even lang. Dat scheelt als je een scherpe kaasschaaf hebt, je krijgt mooie rechte plakjes.
Nadat hij alle plakjes die hij moest schaven, geschaafd had, zette hij de pan op het vuur. Het was alleen nog wachtend totdat het warm genoeg was. En dat zou een half uurtje duren. Dat gaf hem de tijd om de plakjes aan elkaar te maken.
Met uiterste precisie maakte hij de plakjes aan elkaar en controleerde of het stevig genoeg was. Ja, dat was het.
Toen uiteindelijk het half uur voorbij was, goot hij de inhoud van de pan in datgene wat hij van de plakjes gemaakt had.

De volgende ochtend keek hij naar zijn product….Hij was gelukkig. Hij had de liefde van zijn leven nu altijd bij zich en kon er elke dag van genieten. Er mee doen wat hij wilde, zonder dat hij beoordeeld zou worden op zijn verzameling poppen.

Op zijn werk schrokken de collega’s van het krantenbericht die ochtend. Hun dierbare collega die de grap met de opblaaspop had uitgehaald, was gevonden. Hij was ontdaan van zijn huid, maar aan de hand van zijn gebit hadden ze hem kunnen identificeren.