dinsdag 2 april 2013

Erop uit op tweede paasdag


Erop uit op tweede paasdag
Geheel tegen onze principes in zijn wij er op tweede paasdag op uitgetrokken. Normaliter begeven wij ons op feestdagen zo min mogelijk in het verkeerd, want jaren ervaring heeft geleerd dat dit óf voor grote irritatie zorgt tijdens het autorijden óf spannende situaties op de weg creëert.

Gisteren echter hadden wij met vrienden afgesproken om daar te gaan eten. Nu wij nog genieten van de vrijheid leek het ons leuk om dat op deze manier te vieren. Ik bood aan om heen te rijden, want na mijn ritje Ikea had ik er wel weer zin in. Zeker in de auto van manlief.

Zo gezegd zo gedaan en wij togen rond vijven naar Veendam. Pas in de auto las ik het sms’je of wij rond zes uur kwamen. Helaas, we zijn onderweg en over een half uurtje bij jullie.  Ik draaide de rondweg op en daar begon het gedonder al. Het schoot niet op. Zestig waar je zeventig mag, dus ik trap het gas in, ga op de linkerbaan rijden en ga zo mooi een aantal auto’s voorbij. Ik weer naar de rechterbaan, want daar was ruimte en zo opeens een groene volvo die me voorbij komt zeilen. Ze (ja, het was een vrouw….hoe ergerlijk…) gaat voor me rijden en laat het gaspedaal los. Ik voel iets in me opborrelen, noem het hormonen, ik noem het mijn jachtdrift. Ik ben immers een vos nu. Manlief ziet het, ervaart het en neemt al heel snel de rol van lesinstructeur op zich. Dat vrouwmens rijdt nog steeds niet door en net elke keer als ik denk er voorbij te kunnen, geeft ze gas, gaat ze op de linkerbaan rijden en kan ik met geen mogelijkheid haar groene duivelsauto voorbij.
Uiteindelijk zie ik ruimte om in te halen en nog snel voor het voorsorteren bij de stoplichten haal ik een andere slome duikelaar in.

We draaien de snelweg op en wat schetst daar mijn verbazing? Die slome duikelaar achter mij doet dat ook. Met een slakkengang en hij blijft op de invoegstrook rijden. Sterker nog, hij gaat op een gegeven moment op de vluchtstrook rijden. Pas bij het einde van de invoegstrook heeft hij de moed verzameld in te voegen.

Goed, obstakel 1 gehad. We zitten op de snelweg, kachelen snel door naar de N33 en manlief zat mij al te instrueren gas te geven. Hij had al naast zich gekeken en gezien dat er weer zo’n grijze muis wilde invoegen met te weinig tempo. Als ik nou een straal gas zou geven, zou ik in ieder geval de ruimte hebben.
Deze grijze muis bleek inderdaad niet zo’n snuggere Harrie te zijn. Hij voegde in via de vluchtstrook. En dan niet invoegen bij het einde van de vluchtstrook, nee meneer reed door tot hij in de berm zat en blijkbaar wakker schrok van de klap die de auto maakte toen hij door een kuil reed en een grote stofwolk achter zich achterliet. Manlief en ik trokken de conclusie dat menigeen een paasborrel had genuttigd vanmiddag.

Op de N33 kun je redelijk lekker rijden wanneer het rustig is. Nou, op tweede paasdag is het allesbehalve rustig. Wij zaten dan ook tot ver na de kruising met Gieten in een stoet vast waar ik mij maar al te graag aan wilde onttrekken. Manlief keek, keek nog eens, gaf mij opdrachthet gaspedaal plat in te drukken en zette de turbostand op de auto aan. Ja hoor, een stoet van zes auto’s in mum van tijd voorbij en we hadden de ruimte. Tot vlak bij Veendam. Daar zaten we vast achter een caravan, twee auto’s en een camper.
Ik zat helemaal in een adrenalinestoot en wilde pogen deze stoet toch ook in te halen, maar mijn rijinstructeur zag dit niet zitten. En braaf als ik ben, luisterde ik naar hem en bleef er maar achter tuffen.

Eenmaal in Veendam de auto mooi scheef geparkeerd (ik leer het echt nooit volgens mij) en ik merkte wat de adrenaline met me had gedaan. Ik begon moe te worden.  Ik bedankte manlief voor zijn rijles, want dit had ik nooit geleerd in de reguliere rijlessen en vroeg hem of hij vanavond terug wilde rijden.