maandag 16 maart 2015

Kookles

Ik hou van koken. En dan niet de standaard aardappels, groenten en vlees….Nee culinaire hoogstandjes vind ik heerlijk om te doen. Italiaans heeft wel mijn voorkeur, maar ik interesseer mij ook voor de oosterse kookkunsten.
Een folder waarin privé kooklessen werden gegeven, was een voorbestemd teken voor mij om mij op te geven. Ik stuurde een email met daarin mijn gegevens en de dag daarop werd ik teruggebeld. Het was een ontzettend aardige man die mij vertelde dat hij al van jongs af aan kookte. Hij had de liefde voor het koken van zijn moeder meegekregen en wilde deze kookkunsten graag doorgeven. Het was een telefoongesprek van ruim een uur en er stond een afspraak. Volgende week maandag kon ik naar zijn praktijkruimte komen en zou ik mijn eerste les krijgen. De eerste uit een reeks van 15 lessen.

En gisteren was het zover. Mijn eerste kookles. Enigszins zenuwachtig begaf ik mij naar de praktijkruimte. Zenuwachtig omdat ik niet gewend ben om privélessen te volgen. Ik deed het altijd in groepsverband en eventuele foutjes kon je bij de buurman of buurvrouw afkijken en herstellen. Nu zou ik de volle honderd procent aandacht krijgen mijn kookdocent.

Ik stapte om vier uur de praktijkruimte binnen en gelijk gleden de zenuwen van mij af. Niet alleen was de kookdocent een om bij te watertanden, ook de praktijkruimte gaf een gevoel van rust. De indeling, een ouderwetse keuken zoals in boerderijen, de kleuren….het rook er naar verse kruiden. Ja, als er een hemel bestaat in kookland, dan ben ik er nu in terecht gekomen. Ik hing mijn jas aan de kapstok en deed een schort voor mijn kleding.

Vandaag gingen we een vleesgerecht uit de oven bereiden. Voor mij op de tafel lag een prachtig stuk vlees. Mooi zachtroze van kleur en vers. Armand (de kookdocent) vertelde me hoe we dit stuk vlees gingen bereiden. Ik begon met het zacht insmeren met olijfolie, daarna de voorgesorteerde kruiden er een voor een overheen. Vervolgens legde ik het met tedere hand in de ovenschaal en legde er  plakjes citroen  boven op. Armand vertelde me dat dit drie kwartier in de oven moest op 160 graden. Ik stelde de tijd en de temperatuur in en we begonnen aan de groentes voor bij het vlees.
Het werd een mix van diverse boontjes. Sperziebonen, tuinbonen, chinese bonen. Allemaal vers geplukt uit zijn groentetuin, verzekerde hij me. Koken met een kruidenmengsel wat ook wel “bonenkruid” genoemd wordt en afmaken met een klein klontje boter over de boontjes heen.

En zo was er drie kwartier voorbij en deed ik de deur van de oven open. Het vlees rook goed en Armand bevestigde dat het er perfect uitzag. Ik sneed voorzichtig het vlees aan en we proefden beiden een plak in combinatie met het bonenmengsel. Alsof er een dozijn engeltjes op mijn tong plasten….wat een smaak, wat een textuur. Zo zacht, het vlees smolt bijna op je tong als je een hap nam. Ik keek vol verwondering naar Armand om te bespeuren of hij net zo genoot van dit gerecht. Hij zei niets, had zijn ogen dicht en kauwde en proefde, liet het vlees door zijn mond glijden en uiteindelijk slikte hij het door. Het eerste wat hij zei was: “ Je bent geslaagd.” Ik snapte niet wat hij bedoelde, maar vatte het op als een compliment.

Ik kreeg de opdracht mee om dit gerecht van de week nog eens te maken, zodat ik het goed in de vingers kreeg. De kruidenmengsels had hij voor me op een papier gezet. Toen ik hem vroeg of ik een stuk vlees van hem mee kon krijgen, antwoordde hij: “ In de bijkeuken staat een vriezer, daar ligt nog wel een stuk voor je in.” Ik liep naar de bijkeuken, trok de vriezer open en mijn vol liefde bereidde stukje vlees baande zich een weg naar boven. Ik kon niets anders doen dan mijn mond openen en het weer naar buiten laten komen. Wat ik aantrof in de vriezer ging al mijn verwachtingen te boven en ineens maakte dat het goddelijke gerecht tot een gerecht uit de diepste donkere kerkers die een mens zich kan voorstellen.

Een paar ogen keken mij aan vanuit de vriezer en ik weet nu sinds gisteren hoe een stuk vrouwendijbeen smaakt. 

Stukje kaas?

Vier jaar geleden was hij in Gouda begonnen bij een kaasmakerij. Niet het beroep wat hij wilde, maar zijn geldnood dwong hem te werken. En elk vrij baantje greep hij aan. Hij had voor de kaasmakerij al vele andere baantjes gehad, maar geen enkel baantje bood hem wat hij nu had. Nachtdiensten en daarmee een gevoel van vrijheid.

Hij was een man van eind twintig en was er sinds vijf jaar achter dat hij een voorkeur had voor mannen. Het was voor hem een moeilijke periode. Er werd bij hem thuis niet vrij over gedacht en al helemaal niet over gesproken. De stap om uit huis te gaan was dan ook niet verwonderlijk. Dan had hij de vrijheid.
Nadat hij het ouderlijk huis had verlaten, had hij het zijn ouders verteld. Zijn moeder barstte in tranen uit en zijn vader schold hem de huid vol, sloeg hem, om hem op die manier weer te veranderen in een “echte” man.

Jaren had hij gezocht naar een partner, maar er geen een kunnen vinden. Het hield vaak niet langer stand dan een week of twee. Dan werd hij afgerekend op het rare gedrag wat hij vertoonde, zijn voorliefde voor poppen. Zijn partners namen hem niet serieus en hij bleef uiteindelijk alleen over.
Om de nachten niet alleen door te hoeven brengen, had hij bij zijn baan om de nachtdiensten gevraagd. Hij was dan welliswaar alleen in het bedrijf, maar hij hoefde niet te denken aan zijn verloren liefdes. Hij kon zijn zinnen op het werk verzetten.

Tot op een dag er een onverwachte wending kwam in zijn nachtdiensten. Er was nog iemand aan het werk. Een jonge man, drie jaar jonger dan hij. En ook deze man viel op mannen. Zijn geluk kon niet op. Na een paar maanden hadden beide mannen een sterke band met elkaar en er ontwikkelde zich een prille liefde.
Hij nam zijn collega mee naar huis alwaar zij een romantische nacht tegemoet gingen. De volgende dag ontdekte zijn collega de poppen…..
Die eeuwige poppen. Wat had hij er toch mee? Hij wist het niet, maar kon er geen afscheid van nemen. En die poppen zouden hem een ware nachtmerrie bezorgen.

Zijn collega had in de bedrijfskantine een grote opblaaspop voor hem neergezet, met een kaartje er aan om hem te bedanken voor de geweldige nacht. De naam van de collega stond er niet onder, maar zijn naam stond op een groot lint wat om de pop hing.
Die nacht werd een ware hel. Hij werd getreiterd door zijn collega’s die hij bij de wisseling van de dienst zag, uitgelachen, uitgescholden en vervolgens gekleineerd. Hij kookte van binnen. Hoe had hij dit nou kunnen doen?! Hij vertrouwde zijn collega en dacht dat ze samen iets bijzonders hadden. Weer kwam hij bedrogen uit. Die nacht bedacht hij een plan. Hij zou zijn collega een lesje leren. Het werd tot in de puntjes uitgedacht en hij koos het moment om zijn plan tot uitvoer te brengen.

Het is een maand later als hij voor de zoveelste keer de nachtdienst draait. Zijn collega’s zijn ondertussen uitgegrapt en zijn de opblaaspop alweer vergeten, maar hij niet.
Woest denkt hij er nog aan terug, terwijl hij met zijn kaasschaaf in de weer is. Vol kracht schaaft hij het ene plakje na het andere en legt deze zorgvuldig op de werkbank neer. Allen even groot en even lang. Dat scheelt als je een scherpe kaasschaaf hebt, je krijgt mooie rechte plakjes.
Nadat hij alle plakjes die hij moest schaven, geschaafd had, zette hij de pan op het vuur. Het was alleen nog wachtend totdat het warm genoeg was. En dat zou een half uurtje duren. Dat gaf hem de tijd om de plakjes aan elkaar te maken.
Met uiterste precisie maakte hij de plakjes aan elkaar en controleerde of het stevig genoeg was. Ja, dat was het.
Toen uiteindelijk het half uur voorbij was, goot hij de inhoud van de pan in datgene wat hij van de plakjes gemaakt had.

De volgende ochtend keek hij naar zijn product….Hij was gelukkig. Hij had de liefde van zijn leven nu altijd bij zich en kon er elke dag van genieten. Er mee doen wat hij wilde, zonder dat hij beoordeeld zou worden op zijn verzameling poppen.

Op zijn werk schrokken de collega’s van het krantenbericht die ochtend. Hun dierbare collega die de grap met de opblaaspop had uitgehaald, was gevonden. Hij was ontdaan van zijn huid, maar aan de hand van zijn gebit hadden ze hem kunnen identificeren.

zondag 11 augustus 2013

vooropgestelde plannen

Tijdens de zwangerschap van Anna had ik bepaalde plannen gemaakt voor als zij geboren was. Ik zou voor dat ik weer aan het werk zou gaan met de borstvoeding gestopt zijn was daar een van. Anna kon dan mooi een flesje krijgen en  dat was makkelijk, want dan had ik er geen extra werk van.
Ook had ik verwacht dat Anna eerder geboren zou worden dan de uitgerekende datum. Ik dacht dat het zo voelde.  Stiekem was het meer wat ik diep wenste en hevig op hoopte.
Naast deze twee grote dingen, waren er nog tal van andere dingen die ik me had voorgenomen. Veel wandelen, vaak de natuur in. En vooral zo hedendaagse vrouw mogelijk. Tsssss……

Anna had andere plannen. En dat begon al voor haar geboorte. De uitgerekende datum was met ruim een week verstreken toen werd besloten dat ze gehaald moest worden door langdurig gebroken vliezen. Mijn geduld gedurende die week begon aardig op te raken en op  de dag van week 41 zat ik ’s ochtends om vier uur te janken omdat ik er klaar mee was. Twee dagen later was ze geboren op de manier waar ik het meest voor vreesde. Enorm onnatuurlijk….

De borstvoeding moest op gang gebracht worden en bij het zien van ons te kleine en te lichte meisje wist ik dat dit van groot belang was.  Dus ik zat een paar uur na de bevalling driftig te kolven en heb dat een halve week volgehouden.  Tijdens de borstvoedingscursus riep ik nog dat ik niet ging kolven, want ik ben toch immers geen melkkoe??  Dat kwam niet eens in mij op toen ik Anna voor het eerst zag en mij gezegd werd dat kolven noodzakelijk was om de borstvoeding op gang te brengen.
Anna dronk later die week goed aan de borst en kwam goed aan. Ik was dus zo trots als een pauw. Op mijn borstvoeding. Wauw!
Na vier weken wilde ik haar langzaamaan laten wennen aan kunstvoeding en Anna dronk ieder half uur aan mijn borst, dus ik wilde wel van de borstvoeding af. Ik wilde mijn boezem ook wel eens een halve dag bedekt laten.  Dat hebben we geweten. Een flesje kunstvoeding en we zaten midden in de nacht met een hevig spugend kind in het ziekenhuis. Dit voorlopig niet weer en ook niet meer die voeding.
Twee weken later probeerden we het weer. Nu met andere flesvoeding en een klein beetje. 30 cc. Deze hoeveelheid was alsnog genoeg om Anna vier uur lang te laten spugen en ik begon mij af te vragen of ik hier wel mee door wilde. Moest ik haar nou persé op de fles hebben voordat ik aan het werk zou gaan?
Na overleg met het consultatiebureau hebben we hypoallergene voeding aangeschaft. Besteld via de apotheek, want mede dankzij de chinezen is het niet meer normaal verkrijgbaar. Geen punt bij de Vosjes. Eerst de confrontatie met 10 cc. Het bleef er in zitten er werd niet gespuugd, dus ik had goede hoop. ’s Avonds had Anna enorme krampen, maar dat had ik nog niet gelinkt aan de flesvoeding. De volgende dag 30 cc en ’s avonds weer 3 uur lang krijsen van de darmkrampen. En toen ging er een tl-balk bij mij aan. De flesvoeding. Ze kon er niet over. Ik heb er een halve nacht over nagedacht en de volgende ochtend heb ik in alle vroegte met Martijn gesproken over mijn keuze voor de voeding.
Mijn principes over het kolven bestonden allang niet meer, het overgaan op de fles voordat ik aan het werk zou gaan heb ik door de plee gespoeld. Dit kind krijgt minstens een half jaar lang borstvoeding. Diezelfde dag heb ik een elektrische kolf aangeschaft en zakjes voor in de diepvries en sindsdien zit ik trouw elke nacht een zakje vol te kolven om die vervolgens meteen in te vriezen.

Ik wilde op het werk niet kolven, stel je voor datje er een opmerking over krijgt. Evenals in het openbaar voeden. Want nee, borsten zijn er voor de show. Die hebben toch geen functie meer? Stel je voor dat je er een kind aan hebt hangen en mensen een stuk van je borst zien?
Ik heb ze aan de kant geschoven. Fuck it! Anna doet het super op mijn borstvoeding, heeft nagenoeg geen darmkrampen (wel van de medicatie  voor haar reflux, maar dat is een ander verhaal)  en live voeden is de normaalste zaak van de wereld. Mijn borsten zijn gemaakt om te voeden. Om er een kind mee groot te krijgen ik ben daar maar wat trots op. Boeiend dat mensen het zien. Iedereen heeft ze en anders kijken ze maar de andere kant op!

Kolven op het werk ga ik zeker doen. Ik ga gebruik maken van de wettelijk geregelde kolftijd van 25 % van mijn werktijd en ik ga mooi op de logeerkamer zitten kolven. De wereld kan om me heen vergaan, ik ben aan het kolven want dat heeft ons meiske nodig.


Dus mensen….Mijn vooropgestelde plannen zijn overboord en Anna heeft me geleerd te kijken naar wat belangrijk is en te luisteren naar mijn oer-moedergevoel en ik ben haar enorm dankbaar!!!

dinsdag 2 april 2013

Erop uit op tweede paasdag


Erop uit op tweede paasdag
Geheel tegen onze principes in zijn wij er op tweede paasdag op uitgetrokken. Normaliter begeven wij ons op feestdagen zo min mogelijk in het verkeerd, want jaren ervaring heeft geleerd dat dit óf voor grote irritatie zorgt tijdens het autorijden óf spannende situaties op de weg creëert.

Gisteren echter hadden wij met vrienden afgesproken om daar te gaan eten. Nu wij nog genieten van de vrijheid leek het ons leuk om dat op deze manier te vieren. Ik bood aan om heen te rijden, want na mijn ritje Ikea had ik er wel weer zin in. Zeker in de auto van manlief.

Zo gezegd zo gedaan en wij togen rond vijven naar Veendam. Pas in de auto las ik het sms’je of wij rond zes uur kwamen. Helaas, we zijn onderweg en over een half uurtje bij jullie.  Ik draaide de rondweg op en daar begon het gedonder al. Het schoot niet op. Zestig waar je zeventig mag, dus ik trap het gas in, ga op de linkerbaan rijden en ga zo mooi een aantal auto’s voorbij. Ik weer naar de rechterbaan, want daar was ruimte en zo opeens een groene volvo die me voorbij komt zeilen. Ze (ja, het was een vrouw….hoe ergerlijk…) gaat voor me rijden en laat het gaspedaal los. Ik voel iets in me opborrelen, noem het hormonen, ik noem het mijn jachtdrift. Ik ben immers een vos nu. Manlief ziet het, ervaart het en neemt al heel snel de rol van lesinstructeur op zich. Dat vrouwmens rijdt nog steeds niet door en net elke keer als ik denk er voorbij te kunnen, geeft ze gas, gaat ze op de linkerbaan rijden en kan ik met geen mogelijkheid haar groene duivelsauto voorbij.
Uiteindelijk zie ik ruimte om in te halen en nog snel voor het voorsorteren bij de stoplichten haal ik een andere slome duikelaar in.

We draaien de snelweg op en wat schetst daar mijn verbazing? Die slome duikelaar achter mij doet dat ook. Met een slakkengang en hij blijft op de invoegstrook rijden. Sterker nog, hij gaat op een gegeven moment op de vluchtstrook rijden. Pas bij het einde van de invoegstrook heeft hij de moed verzameld in te voegen.

Goed, obstakel 1 gehad. We zitten op de snelweg, kachelen snel door naar de N33 en manlief zat mij al te instrueren gas te geven. Hij had al naast zich gekeken en gezien dat er weer zo’n grijze muis wilde invoegen met te weinig tempo. Als ik nou een straal gas zou geven, zou ik in ieder geval de ruimte hebben.
Deze grijze muis bleek inderdaad niet zo’n snuggere Harrie te zijn. Hij voegde in via de vluchtstrook. En dan niet invoegen bij het einde van de vluchtstrook, nee meneer reed door tot hij in de berm zat en blijkbaar wakker schrok van de klap die de auto maakte toen hij door een kuil reed en een grote stofwolk achter zich achterliet. Manlief en ik trokken de conclusie dat menigeen een paasborrel had genuttigd vanmiddag.

Op de N33 kun je redelijk lekker rijden wanneer het rustig is. Nou, op tweede paasdag is het allesbehalve rustig. Wij zaten dan ook tot ver na de kruising met Gieten in een stoet vast waar ik mij maar al te graag aan wilde onttrekken. Manlief keek, keek nog eens, gaf mij opdrachthet gaspedaal plat in te drukken en zette de turbostand op de auto aan. Ja hoor, een stoet van zes auto’s in mum van tijd voorbij en we hadden de ruimte. Tot vlak bij Veendam. Daar zaten we vast achter een caravan, twee auto’s en een camper.
Ik zat helemaal in een adrenalinestoot en wilde pogen deze stoet toch ook in te halen, maar mijn rijinstructeur zag dit niet zitten. En braaf als ik ben, luisterde ik naar hem en bleef er maar achter tuffen.

Eenmaal in Veendam de auto mooi scheef geparkeerd (ik leer het echt nooit volgens mij) en ik merkte wat de adrenaline met me had gedaan. Ik begon moe te worden.  Ik bedankte manlief voor zijn rijles, want dit had ik nooit geleerd in de reguliere rijlessen en vroeg hem of hij vanavond terug wilde rijden. 

woensdag 6 februari 2013

borstvoedingsmaffia

Tijdens de zwangerschap word ik geconfronteerd met talloze keuzes die gemaakt moeten worden.  Wat regelen we met betrekking tot erkenning van het kind? Hoe doen we dat? Wanneer doen we dat?
Welk bedje nemen we, welke commode? Of doen we toch een wieg? Eindeloos wikken en wegen en dan uiteindelijk op iets totaal anders uit komen.

Zo ook met betrekking tot het voeden van ons beebje. Doen we flesvoeding of ga ik borstvoeding geven? Borstvoeding lijkt me een natuurlijke keuze en toen ik dit aangaf bij de verloskundige kwam zij met het nobele plan om ons een borstvoedingscursus te laten volgen. Dat was haar advies.
Jeetje zeg, een cursus in iets wat oer is. Nou ja, laten we het maar doen. Zij zal tenslotte wel weten waar ze het over heeft.
Dus manlief en ik vorige week naar de eerste cursusavond. En inderdaad het was bijzonder leerzaam. Nog nooit hebben wij zoveel tiet in 1 avond gezien. Handige tips, interessante filmpjes en een duidelijk beeld van hoe en wat.
Manlief en ik waren eigenlijk al verzadigd, maar de cursus bestond uit twee avonden dus ook afgelopen maandag togen wij naar het verloskundigcentrum.
We waren al gewend aan de stille stelletjes die totaal geen interactie hadden met de lactatiekundige (ja, ik heb het woord ook niet uitgevonden), dus echt ongemakkelijk was het niet meer.
Aan het eind van de avond konden wij het woord borstkolf, tepelkloof, tepelhoedje en spruw niet meer horen. We hadden teveel info gekregen.
Te vaak gehoord dat het belangrijkste de “grote hap” is. Die in de vorm van de K van Kellogs. Ik zag gelijk een pacman-achtig poppetje voor me, happend naar mijn borst.
En het filmpje over de elektrische borstkolf….Ik zal veel mensen tegen de borst stoten, maar het gaf mij een soort van melkkoe idee. Manlief en ik konden elkaar ook niet aankijken, we zouden anders onbedaarlijk in de lach schieten en dat zou toch ook wel heel erg sneu zijn voor de beste mevrouw die zo haar best deed de info over te brengen.

Manlief en ik hadden thuis nog een brainstormsessie over het kolven op mijn werk en ik besloot dat ik er klaar mee was. Ik wilde even niet meer aan tieten, kolven en tepelkloven denken. Ik wilde gewoon even niets.
Die nacht bleef mijn hoofd overlopen met de verkregen informatie en ik zag talloze borsten op mij afkomen, honderden pacman-mannetjes mij achtervolgen voor de grote hap en ik werd badend in het zweet wakker. Dit nooit weer!!

Vandaag zakte het wat af, leek ik weer mijn oude ik en kon ik de borstvoedingsmaffia op een veilige afstand houden. Totdat ik met een client in de winkel liep en langs het schap met de Kellogs cornflakes kwam……


AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAARRRRRRRRRRRRRRRRRRRGGGGGGGGGGGGGGGGGHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

donderdag 27 december 2012

Ons kleine grote wondertje


Ons kleine grote wondertje
Het is 24 december en ondanks dat het de afgelopen 20 weken van een leien dakje is gegaan met het kleine wezentje in mijn buik en met mij, ben ik zenuwachtig.
Dit is dé echo waar manlief en ik op hebben zitten wachten. Na vandaag wordt alles anders. Het voelt goed, maar toch kan ik de onzekerheid niet onderdrukken.

Mijn blaas wordt de laatste tijd als springkussen gebruikt en ik kan het net redden van Assen naar Oosterwolde. Wanneer we aankomen bij het juiste adres ben ik even bang dat we verkeerd zitten. In mijn gedachten had ik een soort centrum verwacht. Het blijkt een woonhuis te zijn met gelukkig een zeer kleine wachtkamer. Twee stoelen en een wc om precies te zijn. O, en een senseo die ik vandaag met liefde oversla.

Ik besluit nog maar eens mijn trampoline te legen en net als ik weer wil gaan zitten in de stoel, doet ze open. Een aardige spontane vrouw begroet mij en manlief en neemt ons mee naar binnen. Het ruikt naar wierook en geeft me een vertrouwd gevoel. Na wat kleine vragen mag ik op de tafel gaan liggen. Buik bloot, koude gel er op en er wordt nog even snel uitgelegd hoe we moeten kijken.

Ze pakt de echokop en het eerste wat we zien is een ruggengraat. Compleet, met huid en alle wervels zijn te tellen. En meteen zijn mijn onzekerheden verdwenen. Dit begint goed, blijft goed en eindigt goed. Het kan gewoon niet anders.
De echoscopiste gaat verder met haar onderzoek. Ons beebje wil niet echt meewerken en heeft duidelijk mijn ADHD knopje meegekregen. Net als we de vingertjes willen tellen, besluit het even te zwaaien en zich dan te verstoppen.
Uiteindelijk is er na ruim een half uur alles geteld, opgemeten en weten we dat beebje 327 gram weegt. Perfect. Alles volgens de curves en totaal geen afwijkingen.

Als we het medische gedeelte achter de rug hebben, pakt ze een andere echokop en gaat nog even 3d foto’s maken. Ze vraagt ons of we het geslacht willen weten. Wij knikken verwachtingsvol. Ze gaat op zoek. Beebje is erg goed in het verstoppen en ligt onder mijn navel als we willen weten wat het is. Even geduld dus en we krijgen bijna de slappe lach.
En dan is het zichtbaar. Ze  legt het ons uit en ik…… ik heb tranen in mijn ogen, die ik nog goed weet weg te stoppen. Ik draai mijn hoofd op zij en zie dan het trotse en ontroerde gezicht van manlief.  Ook bij hem zitten zijn tranen hoog. Hij is trots op het wonder in mijn buik en hoe het groeit en zich ontwikkeld.

We krijgen de foto’s mee en manlief krijgt zijn wonder in een sleutelhanger die hij met trots aan zijn autosleutel hangt. Zo heeft hij het altijd bij zich.

Met een grote grijns (en weer een lege blaas na dat leuke kleine kamertje) verlaten wij op een grote wolk oosterwolde. Thuis zitten we nog een uur lang naar de foto te kijken, te grijnzen, hebben we waterige ogen en houden we elkaar stevig vast.  Wat een wonder en wat is dit een prachtig cadeau.
De hele achtbaan van de afgelopen tijd van al het verdriet, zorgen en geluk door elkaar heen is het waard geweest, want hier doen we het voor.

We bespreken al snel welke naam we in gedachten hebben en manlief en ik zouden manlief en ik niet zijn als we het hier al over eens zijn. We hadden dezelfde naam in gedachten, zonder dat we het van elkaar wisten.


zaterdag 10 november 2012

De jacht

Vandaag besloot ik geheel vrijwillig eens met Bruno een langere weekendwandeling te maken dan normaal. Gewoonlijk wandel ik in de buurt mijn middagrondje op de zaterdag, want ervaring heeft mij geleerd dat het op zaterdag en zondag behoorlijk druk is op de plekken waar ik met hem wil wandelen.

Vandaag stopte de auto bij de golfbaan. Daar heb ik de afgelopen week bijna elke middag met hem gelopen, dus wellicht dat daar mijn golfarm ook vandaan komt. Dit geheel terzijde, want het voegt niets toe aan mijn verhaal.
Ik parkeer de auto wat meters verder dan gewoonlijk, want ik was afgeleid door twee mannen met geweren langs de weg. Zo'n  eerste aanblik van de jagers jaagt mij spontaan schrik aan en dat duurt meestal luttele seconden voor ik weer terug ben op aarde.
Ik ben gelukkig niet nieuwsgierig, dus ik heb ook totaal niet gelet op of er ook jachthonden waren. Deze sprongen spontaan in mijn blikveld op en ik constateerde een Duitse Staande Draadhaar (reu, want hij was groot, heel groot) en een heidewachtel kruising, ook heel groot. Ach, dan maakt mijn hart een klein sprongetje daar ik een zwak heb voor jachthonden.

Ik wandel rustig mijn ronde, Bruno doet wat hij moet doen zonder al te veel op mij te letten en we strompelen door de modderige paden die zijn kapotgereden door de trekkers weer terug naar de auto. Even een kleine pitstop, want op zaterdag zijn er altijd van die nozems die de auto achter die van mij neer moeten zetten en denken dezelfde route te moeten lopen. Maar afijn, ik weer terug naar de auto, donder de hond op de achterbank, blaf naar hem dat hij moet gaan zitten (anders begrijpt hij het niet en blijft hij staan) en rij richting huis.

En daar zijn de jagers. De frustratie van het niets gevangen hebben is duidelijk te zien op de gezichten. De Duitse Staande blijft mooi zitten in het akkerland als de jagers even overleg plegen, maar de kruising Heidewachtel doet wat een Heidewachtel altijd doet, hij volgt zijn eigen weg. En dan komt tot mijn grote schrik de ware aard naar boven van de ene jager. Hij slaat zijn hond met de riem alsof het een zweep is! Kokend van woede kijk ik de man aan, maar ik riskeer niets. Ik ben een vrouw en bovendien zwanger, dus iemand met een geweer aanspreken op zijn gedrag laat ik maar even afweten nu.
De hond weet niet hoe diep hij moet wegkruipen. Als de grond onder zijn lijf zou wegzakken, zou hij zich vrijwillig laten meezakken. Wat een oneerbiedig handelen naar je hond.
Ik weet uit eigen ervaring dat jachthonden hard zijn, Bruno bijt hele bramentakken met reusachtige stekels door alsof het kleine twijgjes zijn, geeft niets om kattenkrabben op zijn neus, een correctie komt nauwelijks aan. Maar dit, dat een jachthond dit gedrag laat zien, dat past niet bij het fiere uiterlijk van de Heidewachtel.
Ook al zijn ze soms in staat je bloed te laten koken door hun eigenzinnige gedrag, dan nog. Het is een hond, het is zijn karakter en je houdt er van of je houdt er niet van. Maar je hond met de riem slaan en de riem dan gebruiken als een zweep.....dat gaat mij echt te ver.
Deze jagers hebben voor mij afgedaan. Hier kan ik geen respect voor opbrengen. Sowieso niet voor de jacht, maar dat is een ander verhaal.